Ik 'ken' het Lochems bestuur goed, was er jaren deel van. Ik weet ook dat er bijna een miljoen tekort is in de begroting van de WMO. Het Rijk bezuinigt, en de gemeente is gedwongen die klap door te geven, vooral aan de meest kwetsbaren in onze samenleving. De wethouders doen dit ook niet met genoegen. Ze vinden dat ze niet anders kunnen. Wonderlijk, verbazingwekkend en schokkend eigenlijk, is dat ze dan stellen dat hulp bij schoonmaak niet langer een taak van de gemeente is. Droog, emotieloos en technocratisch suggereren ze dat het eerder eigenlijk een vorm van verspilling was. Tsja, lijken ze te zeggen, toen we nog geld genoeg hadden konden we ook wat 'oneigenlijke' taken op ons nemen. Maar nu de broekriem wordt aangetrokken, gaan we ons beperken tot wat wérkelijk onze rol is.
Deze gedachten worden niet alleen in Lochem uitgesproken. Ze komen vanuit een kille en asociale wind die de participatiesamenleving gebruikt als excuustruus van de overheid om zich te onttrekken aan de verantwoordelijkheid die eens de kern van haar bestaan was. Namelijk de zorg voor kwetsbare mensen in onze samenleving, die het zonder collectieve hulp niet redden. We betalen belasting aan die overheid om met elkaar te zorgen dat niemand onder het tapijt geschoven hoeft te worden. Huishoudelijke hulp moet nu door de participatiesamenleving worden georganiseerd. Dat is goed. Maar in een vergrijzende samenleving, met intensieve mantelzorgsituaties, breek je op vele plekken door het fragiele evenwicht dat familie en omgeving in een zorgrelatie weet te bewaren. Daar past geen kille constatering bij dat de hulp bij schoonmaak niet langer de taak van de gemeente is.
Wat daarbij past is dat een college (en de politiek in haar collectiviteit) stelt dat tot haar spijt ze niet meer in staat is de meest kwetsbaren het vangnet in de zorg te bieden die ze nodig heeft. Dat ze met grote tegenzin tot deze bezuiniging over moet gaan. En dat ze in beeld zal brengen wat de menselijke en maatschappelijke gevolgen zijn, zodat een ieder weet wat er gebeurt als deze taak wordt afgestoten.
Ja, en dan nóg een stap verder: Een college in deze situatie moet zeggen dat ze, mét haar samenleving, zoekt naar een antwoord dat wél de noodzakelijke zorg zal bieden, ook op de lange termijn. Door met thuishulp, buurtzorg en andere partijen te werken aan collectieve en coöperatieve vormen die kosten en rendementen zodanig herverdelen dat het wél kan. Door samenwerking te faciliteren die de inefficiëntie van de zorg aanpakt. Door integraal te werken, zodat de uiteindelijke ellende niet afgewenteld wordt op de dure wijkverpleging of het nog duurdere ziekenhuis.
Dán pakt de lokale overheid haar verantwoordelijkheid
Thijs de la Court, wethouder voor
GroenLinks in de gemeente Lochem tot april 2014