Wat ging er fout met de Huishoudelijke Hulp 1?

In september 2014 hebben de coalitiepartijen GB, D66 en het CDA gezamenlijk besloten om de Huishoudelijke Hulp 1 (HH1) geheel af te schaffen. De rijksoverheid legde een bezuiniging van 40% op. Dat was op zich al fors, maar de coalitie legde daar nog een dikke bezuiniging op deze zorg bovenop. Eind vorig jaar kreeg de wethouder extra richtlijnen van de staatssecretaris en deed de rechter heldere uitspraken: voldoende  directe aanleiding om de HH1 om te vormen naar een regeling zoals hij bedoeld is. Maar de wethouder liet vlak voor kerst in de krant weten te overwegen in hoger beroep te gaan.

Motie van wantrouwen

De realiteit van het afgelopen jaar is een bezuiniging van 80% op de HH1; tegelijkertijd is de opzet van algemene voorzieningen zoals was- en strijkservice, ramenlappen en boodschappendienst niet van de grond gekomen. Daardoor kwamen te veel inwoners in de kou te staan. Gedupeerden die naar de rechter gingen, werden allemaal in het gelijk gesteld. Steeds weer heeft GroenLinks, met de voltallige oppositie, aangegeven dat dit gemeentelijk beleid zo niet kon. De wethouder heeft zich keer op keer verschuild achter onduidelijkheden bij de taakoverdracht van het rijk naar gemeente. Maar de intentie van de wet was wel duidelijk! 

De maat is vol en afgelopen week hebben wij via een speciale extra raadsvergadering de wethouder nogmaals pittig bevraagd over haar gevoerde beleid. In plaats van een excuus te maken verweet zij de oppositie onruststokers te zijn. De wethouder toonde geen mededogen met de kwetsbare mensen die naar de rechter moesten stappen en nu nog steeds leven in onzekerheid. GroenLinks, PvdA en VVD vinden dat de wethouder haar inwoners en het vertrouwen in de politiek schade heeft berokkend. Vandaar dat wij als gezamenlijke oppositie het vertrouwen in deze wethouder hebben opgezegd.

Fractie GroenLinks: Tonnie Tekelenburg, Jolande van Borrendam en Willem Beekman